woensdag 3 maart 2010

Carin de Boer


Kunstles in groep 6B.

Vandaag kreeg groep 6b les in het maken van fantasie.
Kinderen zijn gewend om iets te tekenen of schilderen dat al bestaat.
Zo kun je iets natekenen of van tevoren in je hoofd bedenken welke vorm of kleur iets moet krijgen.
De kunst van vandaag was, om dat los te laten.

Door het zetten van puntjes en het trekken van lijnen, ontstonden er allemaal fantasieën die ze van tevoren nooit hadden kunnen ondekken. Bij de een ontstond een beest, bij de ander een mannetje of een monster en bij sommigen gewoon een grappige vorm. Daarna gingen ze de vorm inkleuren met wasco in de kleuren van de kleuren- familie.
Zusje rood, hoort bij broertje paars en moeder roze samen met vader oranje. Of broertje blauw met broertje groen en vader geel en moeder turquoise.
Door deze familie kleuren bij elkaar te gebruiken,ontstaat een mooi kleurenpalet. Daarna gingen ze met ecoline de gaten opvullen, met de kleur van een andere familie.
Het was niet gemakkelijk want het uitknippen en heel secuur opplakken viel nog niet mee.
De fantasie werd op een echt schildersdoek geplakt, dat ze van tevoren pikzwart hadden geverfd.
Zo komen niet alleen de kleuren heel mooi uit, maar is het net of het fantasietje uit het donker tevoorschijn komt.
Door de vormen ook aan de zijkanten van het doek door te laten lopen, kun je het fantasietje ook nog de hoek om laten lopen of kijken.
Toen we ze allemaal op een rijtje bij elkaar hadden gezet, ontdekten we dat er een heel verhaal in te zien was. Met de klas hadden we een fantasie stripverhaal gemaakt, elk op z'n eigen doekje. Ieder kind ontdekte een eigen fantasieverhaal. Door het doekje om te draaien ontstond er ook weer een heel andere vorm want fantasie verveelt je nooit.

Wat vooral erg leuk is bij het gebruik maken van deze techniek is dat kinderen die tekenen moeilijk vinden, of misschien helemaal niet leuk, ook ontdekten dat ze de prachtigste figuren konden maken en dat het nu eens niet mislukte. Ze hebben heel hard gewerkt maar het resultaat mag er dan ook zijn!

Carin de Boer.